Vordering tot smartengeld bij beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap
Bij beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap accepteert een erfgenaam de erfenis onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Dit betekent dat de erfgenaam niet met eigen vermogen aansprakelijk is voor eventuele schulden van de erflater. In het kader van beneficiaire aanvaarding rijst de vraag of een vordering tot smartengeld ook overgaat op de erfgenamen.
Overgang van vorderingen
- In het algemeen gaan bij het overlijden van een persoon diens rechten en verplichtingen over op de erfgenamen. Dit geldt ook voor vorderingen tot smartengeld, mits deze vorderingen al bestonden op het moment van overlijden.
- Een vordering tot smartengeld kan ontstaan uit bijvoorbeeld een onrechtmatige daad waarbij de overledene schade heeft geleden. Indien deze vordering voor het overlijden al bestond, maakt het deel uit van de nalatenschap.
Invloed van beneficiaire aanvaarding
- Bij beneficiaire aanvaarding wordt de nalatenschap eerst vereffend, wat inhoudt dat de schulden en baten worden geïnventariseerd en afgehandeld. De erfgenamen zijn daarbij niet persoonlijk aansprakelijk voor eventuele tekorten.
- Een vordering tot smartengeld die deel uitmaakt van de nalatenschap valt onder dezelfde regels. Als de nalatenschap positief is, worden na vereffening de overgebleven baten, inclusief eventuele uitkeringen van smartengeld, aan de erfgenamen uitgekeerd.
Samenvattend gaat een bestaande vordering tot smartengeld bij beneficiaire aanvaarding over op de erfgenamen, mits deze vordering onderdeel uitmaakt van de nalatenschap en er voldoende middelen zijn na vereffening van de nalatenschap om deze vordering te voldoen.