Wettelijk verlof

Wettelijk verlof

Inleiding wettelijk verlof

Als je werkt, bouw je in de meeste gevallen ook verlof op. In dit artikel bespreken we het wettelijk verlof. Hoe bouw je verlof op? En hoe zit het wat betreft verlof ingeval van ziekte? Is het te allen tijde mogelijk om verlof uit te betalen? Voor hoelang zijn zogenoemde verlofdagen geldig? Op deze en andere vragen geven wij in dit artikel antwoord.

Verlof en vakantie

In dit artikel gaat het alleen over het ‘normale’ verlof, welke je bijvoorbeeld opneemt om op vakantie te gaan. Hier in het artikel worden de zogenoemde speciale soorten verlof niet besproken. Denk hierbij aan ouderschapsverlof en zwangerschapsverlof. De termen vakantie en verlof worden allebei benut om zulke vrije dagen aan te geven.

De wetgever heeft een paar regelingen opgemaakt betreffende dit ‘normale’ verlof. Deze hebben betrekking op de opbouw, ziekte, de geldigheid van het verlof en het opnemen. Deze bepalingen zijn van dwingen recht. De gesloten arbeidsovereenkomst mag dus niet afwijken hiervan.

Minimaal verlof en opbouw verlof

Het aantal uren verlof dat je opbouwt, hangt samen met het aantal uren dat je werkt. Hoe meer je werkt, hoe meer verlof je opbouwt. Hierbij geldt een minimum van 4 werkweken per jaar. Werk je een volledig jaar, dan heb je recht op minimaal 4 werkweken verlof. Werk je minder dan een jaar, dan wordt het minimum naar rato bepaald.

Bovendien is het mogelijk om verlof op te bouwen indien je niet werkt. Je kan daarvan schriftelijk afwijken wat betreft boven wettelijke uren, dus die meer bedragen dan het minimum verlof. Als je geen arbeid verricht, bouw je alsnog verlof op ingeval je opgeroepen bent als dienstplichtige. Ook bouw je verlof op als je verlof of vakantie opneemt. Of wanneer je deelneemt aan een bepaalde bijeenkomst van de betreffende vakvereniging waar je lid van bent en daarvoor toestemming hebt verkregen van je werkgever. En soms ook indien tegen je eigen wil niet de betreffende arbeid kan verrichten.

Daarnaast bouwen jonge werknemers verlof op ten tijde van het volgen van arbeid gerelateerd onderwijs. De werkgever moet de werknemers op grond van de wet ook in de gelegenheid stellen om dat onderwijs te volgen. Verder kan verlof opgebouwd worden ten tijde van de bevalling of zwangerschap. Ook kan verlof worden opgebouwd vanwege het feit dat er een pleegkind opgenomen wordt in het betreffende gezin.

Opnemen wettelijk verlof

In sommige gevallen zorgt verlof opnemen voor problemen. De werkgever wil immers mogelijke problemen met zijn werkrooster voorkomen. De werknemer daarentegen wil juist verlof nemen wanneer het hem het beste uitkomt.

De wet stelt hierbij de volgende hoofdregel: de werkgever stelt zijn werknemer in gelegenheid om het verlof op te nemen waar hij tenminste aanspraak op maakt. De werknemer stelt de momenten waar het verlof wil nemen vast. Echter, hij dient wel de vakantie op tijd vast te stellen. Dan kan de werkgever immers op tijd de nodige voorbereidingen hiervoor treffen.

De werkgever heeft de mogelijkheid een andere periode aan te wijzen als er sprake is van gewichtige gronden die dat tegengaan. Dit dient hij wel binnen een periode van twee weken na de betreffende aanvraag bekend te maken.

Dit is niet het geval als het gaat om bovenwettelijke verlofdagen, want in dat geval is het mogelijk om op schriftelijke wijze een andere afspraak te maken. Als de werkgever er later pas achter komt, is het mogelijk om het tijdvak van de betreffende vakantie aan te passen als hij dit overlegt met de betreffende werknemer. Dit is alleen mogelijk als er hiervoor gewichtige gronden zijn. Verder dient de werkgever de eventuele schade welke daaruit voortkomt te vergoeden.

Het recht op salaris blijft bestaan ten tijde van het opnemen van verlof of vakantie. Net alsof de betreffende werknemer gewoonweg gewerkt had.

Ziekte en verlof

Als een bepaalde werknemer zijn arbeid niet kan verrichten door ziekte, dan heeft hij gewoonweg recht op loon. Ook het verlof van hem wordt op normale wijze opgebouwd, net zoals hij wel gewerkt zou hebben.

In beginsel is het verboden de dagen dat de werknemer ziek is als verlof of vakantie aan te merken, behalve als de betreffende werknemer daar toestemming voor geeft. Dit is mogelijk om vooraf op schriftelijke wijze te doen, maar dit is ook mogelijk tijdens of na de ziekte. Als de werknemer daar akkoord mee is gegaan, mogen alleen de zogenoemde bovenwettelijke vakantiedagen bij ziekte gezien worden als vakantiedagen; hiervan is dus niet sprake bij het minimumaantal van de hiervoor genoemde vier weken. Als ziektedagen bij toeval vallen op een verlofdag die al vooraf is vastgesteld of in een specifieke periode waarvoor al vakantie of verlof is verleend, dan gelden deze ziektedagen in principe niet als vakantie of verlof. Je dient voor deze dagen in de meeste gevallen dus niet verlof in te leveren.

Uitbetalen van verlof

Op grond van de wet is het niet mogelijk dat de werknemer afstand doet van zijn opgebouwde verlof ten tijde van de duur van de gesloten arbeidsovereenkomst. Hierop zijn echter wel uitzonderingen, namelijk de bovenwettelijke uren; hij kan deze in overleg met de werkgever laten uitbetalen.

Verder wordt het opgebouwde verlof helemaal uitbetaald als de werknemer bij de werkgever uit dienst gaat.

Geldigheid van wettelijk verlof

Het verlof is niet voor altijd geldig, er is immers een bepaalde geldigheidsduur. Het minimumverlof dat wettelijk is vastgesteld, vervalt zes maanden later na het betreffende jaar waar dit in is verworden. Behalve als de werknemer niet redelijkerwijs het verlof op kon nemen. In het voordeel van de betreffende werknemer kan men van deze genoemde zes maanden afwijken in een zogenaamde schriftelijke overeenkomst.

De vordering om de vakantie of het verlof nog op te kunnen nemen vervalt na een periode van vijf jaar nadat het einde van het betreffende kalenderjaar is genaderd; het doet er niet toe of er wel of niet afgeweken wordt. Deze vijf jaar geldt ook voor het vervallen van bovenwettelijke vakantiedagen.

Concluderend kan men dus het volgende vaststellen:

  • Het wettelijk verlof uit het jaar 2021 vervalt officieel op 1 juli 202022, behalve als er schriftelijk afgeweken is;
  • Het wettelijk verlof uit het jaar 2021 (schriftelijk geldt er een termijn die langer is) vervalt doordat die termijn afloopt;
  • Het wettelijk verlof uit het jaar 2021 (er geldt schriftelijk een termijn die langer dan 5 jaar is) vervalt na een periode van 5 jaren, dus op 1 januari van het jaar 2027;
  • Het bovenwettelijk verlof uit het jaar 2021 vervalt na een periode van 5 jaar op de datum 1 januari van het jaar 2027.

Conclusie

Wat betreft de vakantie en het verlof zijn er vele regels en voor het grootste gedeelte mogen de werkgever en de werknemer hier niet van afwijken. Het gaat hierbij niet enkel om het opbouwen, laten uitbetalen en opnemen van het betreffende verlof, maar het draait hierbij ook om ingewikkeldere kwesties zoals hoe verlof en ziekte samen kunnen en voor hoelang dit verlof geldt.

Als er ernstige discussies zijn met een werknemer of werkgever over het opnemen, opbouwen of uitbetalen van het verlof, is het aan te raden om een goede jurist te benaderen. Het is verstandig om dit zo snel mogelijk te doen, want hoe eerder de jurist op de hoogte is van de feiten van de betreffende zaak, hoe meer kans u als cliënt heeft op een goede uitkomst.

Direct juridische hulp?

Vul het contactformulier in, dan neemt een gespecialiseerde advocaat gauw contact met je op.

Zelf bellen kan natuurlijk ook, wij zijn bereikbaar via 085 – 5000 202.

Deel dit artikel:

Wettelijk verlof

Veel gelezen artikelen

Bel nu