Wet modern migratiebeleid (MoMi)
De Wet modern migratiebeleid zou moeten leiden tot een efficiëntere uitvoering van de Vreemdelingenwet. Voordat deze wet bestond en een vreemdeling zich in Nederland duurzaam wilde vestigen, moest hij eerst bij het land van herkomst een MVV (machtiging tot voorlopig verblijf) aanvragen. Wanneer dit gelukt was, moest hij bij de IND (immigratie en Naturalisatiedienst) een verblijfsvergunning aanvragen. Dit brengt administratieve kosten met zich. Ook moesten dezelfde documenten worden gedeeld met de relevante organisaties, waardoor het niet bepaald gestroomlijnd was.
De toegang- en verblijfsprocedure (TEV)
Door de relatief nieuwe Wet modern migratiebeleid kunnen vreemdelingen en referenten de TEV gebruiken, waardoor de hierboven genoemde dubbele aanvragen niet meer ingediend hoeven te worden. Wanneer de MVV is afgegeven, wordt een verblijfsvergunning automatisch door de IND verleend. De personen waar geen verplichting voor MVV is, komen in aanmerking voor de VVR-referentprocedure. De vreemdeling kan dan een referent de aanvraag voor een verblijfsvergunning in laten dienen, voordat de vreemdeling in Nederland is aangekomen.
Belangrijkere rol voor referenten
De Wet modern migratiebeleid zou ook met zich mee moeten brengen dat de Vreemdelingenwet beter gehandhaafd wordt. Ook krijgen referenten een belangrijkere rol, omdat zij eenzijdig een verblijfsvergunning kunnen aanvragen voor een vreemdeling. Daarnaast kunnen referenten bezwaar en beroep instellen. Zowel ondernemingen als rechtspersonen kunnen zich laten erkennen, waardoor zij worden aangemerkt als ‘erkende’ referenten. Dit brengt enkele voordelen met zich, zoals een verkorte afhandeling van een MVV-aanvraag tot maximaal twee weken. Soms is een erkenning verplicht. Denk hierbij aan werkgevers van kennismigranten, onderwijsinstellingen en bureaus die zich bezighouden met au-pairs. Mensen die gezinsleden naar Nederland willen halen, kunnen geen erkend referent worden, omdat zij natuurlijke personen zijn.
Wet modern migratiebeleid: meer verplichtingen voor referenten
Door de Wet modern migratiebeleid zijn er meer verplichtingen voor referenten. Ze hebben een administratieplicht, zorgplicht en informatieplicht. Wanneer zij zich niet houden aan deze verplichtingen, kan dit leiden tot boetes van 1500 euro voor natuurlijke personen en 3000 euro voor rechtspersonen. De kosten van verhaal, bijvoorbeeld de uitzetting van een vreemdeling, kunnen ook worden verhaald op een referent. De overheid heeft hierdoor de mogelijkheid om strenger toezicht te houden op de handhaving van de Vreemdelingenwet.
De inwerkingtreding van de Wet modern migratiebeleid
Het was de bedoeling dat de Wet modern migratiebeleid op 1 januari 2010 in werking zou treden, maar dit is niet gelukt door technische problemen. Uiteindelijk is deze op 21 september 2013 in werking getreden. De Wet modern migratiebeleid zou met zich moeten brengen dat er snellere beslissingen genomen zouden kunnen worden wat betreft asielaanvragen. Dubbele aanvragen zouden tot het verleden moeten horen. Toch is het niet allemaal positief. Doordat er meer verplichtingen zijn voor burgers en er meer toezicht en sanctionering is, vinden sommige het juist geen vooruitgang.