Regels omtrent de inbreng van schenkingen bij erfenissen
In Nederland zijn er specifieke regels die bepalen hoe schenkingen die tijdens het leven van de erflater zijn gedaan, moeten worden behandeld bij de verdeling van de erfenis. Deze regels zijn met name relevant in situaties waar een erflater een schenking heeft gedaan aan een of meerdere erfgenamen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste juridische regels omtrent de inbreng van schenkingen:
1. Inbrengplicht
De hoofdregel is dat schenkingen die een erflater bij leven aan een erfgenaam heeft gedaan, ingebracht moeten worden in de nalatenschap. Dit betekent dat de waarde van de schenking moet worden verrekend met het erfdeel van die erfgenaam, tenzij anders is bepaald.
2. Uitzonderingen op de inbrengplicht
De erflater kan in een testament bepalen dat een schenking niet ingebracht hoeft te worden. Dit kan expliciet gedaan worden door te vermelden dat de schenking “vrij van inbreng” is.
Als er geen testament is of als het testament hierover niets zegt, dan geldt de wettelijke inbrengplicht.
3. Waardering van de schenking
De waarde van de schenking wordt bepaald op het moment van de schenking, tenzij de erflater anders heeft bepaald in zijn testament.
4. Rechten van andere erfgenamen
Andere erfgenamen kunnen verlangen dat de schenking wordt ingebracht in de nalatenschap indien de erflater dit niet heeft uitgesloten.
5. Bewijslast
De bewijslast ligt bij de erfgenaam die beweert dat de schenking niet ingebracht hoeft te worden. Deze erfgenaam moet aantonen dat de erflater heeft bepaald dat de schenking vrij van inbreng is.
Deze regels zorgen ervoor dat er een eerlijke verdeling van de nalatenschap plaatsvindt en dat ongewenste bevoordeling van sommige erfgenamen wordt voorkomen. Het is echter altijd aan te raden om juridisch advies in te winnen als u te maken krijgt met een situatie waarin schenkingen en erfenissen een rol spelen, aangezien de specifieke omstandigheden van het geval van invloed kunnen zijn op de toepassing van deze regels.