Klassieke en Sociale Grondrechten in de Grondwet
In de Nederlandse Grondwet zijn zowel klassieke als sociale grondrechten opgenomen. Hieronder geef ik een overzicht van welke artikelen onder deze categorieën vallen:
Klassieke Grondrechten
- Artikel 1: Gelijke behandeling en non-discriminatie.
- Artikel 6: Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.
- Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting.
- Artikel 8: Vrijheid van vereniging.
- Artikel 9: Vrijheid van vergadering en betoging.
- Artikel 10: Recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
- Artikel 11: Recht op onaantastbaarheid van het lichaam.
- Artikel 12: Huisrecht.
- Artikel 13: Brief-, telefoon- en telegraafgeheim.
- Artikel 14: Onteigening.
- Artikel 15: Vrijheidsontneming.
- Artikel 16: Geen straf zonder voorafgaande wettelijk strafbaarstelling.
- Artikel 17: Recht op toegang tot de rechter.
- Artikel 18: Recht op rechtsbijstand.
Sociale Grondrechten
- Artikel 19: Bevordering van voldoende werkgelegenheid.
- Artikel 20: Bestaanszekerheid en welvaart.
- Artikel 21: Milieubescherming.
- Artikel 22: Volksgezondheid, woongelegenheid, en ontplooiing.
- Artikel 23: Onderwijs.
Klassieke grondrechten richten zich voornamelijk op de bescherming van de individuele vrijheid en bieden bescherming tegen overheidsinmenging, terwijl sociale grondrechten de overheid verplichten om in bepaalde voorzieningen te voorzien die bijdragen aan het welzijn van de burgers.