Verticale en horizontale grondrechten
In de juridische context verwijzen verticale en horizontale grondrechten naar de relaties waarin grondrechten worden toegepast en beschermd. Hier is een nadere uitleg van beide termen:
Verticale grondrechten
- Definitie: Verticale grondrechten zijn rechten die burgers kunnen inroepen tegen de overheid.
- Toepassing: Dit betekent dat de overheid verplicht is om de grondrechten van burgers te respecteren, beschermen en bevorderen. Bijvoorbeeld, het recht op vrije meningsuiting kan door een burger worden ingeroepen tegen een overheid die probeert dit recht te beperken.
- Voorbeelden: Vrijheid van meningsuiting, recht op een eerlijk proces, recht op privacy.
Horizontale grondrechten
- Definitie: Horizontale grondrechten zijn rechten die burgers onderling kunnen inroepen tegen elkaar.
- Toepassing: Dit betekent dat individuen en private entiteiten verplicht zijn om de grondrechten van andere burgers te respecteren. Bijvoorbeeld, een werknemer kan zich beroepen op het recht op privacy tegen een werkgever die ongeoorloofd persoonlijke informatie verzamelt.
- Voorbeelden: Privacyrechten in arbeidsrelaties, gelijke behandeling en non-discriminatie tussen private partijen.
Het onderscheid tussen verticale en horizontale grondrechten is belangrijk omdat het bepaalt in welke situaties en tegen welke partijen grondrechten kunnen worden ingeroepen. Over het algemeen zijn grondrechten oorspronkelijk ontworpen om burgers te beschermen tegen overheidsoptreden (verticale werking), maar in veel rechtsstelsels wordt erkend dat deze rechten ook horizontale werking kunnen hebben, wat inhoudt dat ze ook in privaatrechtelijke relaties van toepassing kunnen zijn.