Wettelijke termijn van invordering van onverschuldigde betaling
In Nederland valt de invordering van onverschuldigde betalingen onder het civiele recht. Onverschuldigde betaling is geregeld in artikel 6:203 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Hierbij gaat het om een situatie waarbij iemand een betaling heeft verricht zonder dat daar een rechtsgrond voor bestaat, bijvoorbeeld per ongeluk een dubbele betaling doen. De ontvanger van die betaling is in principe verplicht om het onverschuldigd betaalde bedrag terug te betalen.
Verjaringstermijn
De wettelijke verjaringstermijn voor de invordering van onverschuldigde betalingen is vijf jaar. Deze termijn begint te lopen vanaf het moment dat de betaler bekend is geworden met zowel de betaling als de ontvanger, zoals vastgelegd in artikel 3:309 BW. Na het verstrijken van deze termijn kan de vordering in principe niet meer juridisch worden afgedwongen.
Onderbreking van de verjaring
Het is mogelijk om de verjaringstermijn te onderbreken. Dit kan bijvoorbeeld door een schriftelijke aanmaning of door een gerechtelijke procedure te starten. Na onderbreking begint een nieuwe verjaringstermijn te lopen.
Samenvattend is de wettelijke termijn voor de invordering van een onverschuldigde betaling vijf jaar, te rekenen vanaf het moment dat de betaler zich bewust wordt van de betaling en de ontvanger. Het is belangrijk om tijdig actie te ondernemen om uw rechten te waarborgen.
