Uitsluitend Toekomstige Gebeurtenis bij Dwaling in het Recht
In de juridische context van dwaling, wordt er gesproken over “uitsluitend toekomstige gebeurtenis” wanneer het gaat om een feitelijke omstandigheid die op het moment van het aangaan van een overeenkomst nog niet heeft plaatsgevonden en ook nog niet zeker is dat deze zal plaatsvinden. Dwaling kan een grond zijn voor het vernietigen van een overeenkomst als er sprake is van een verkeerde voorstelling van zaken.
Elementen van Dwaling
- Verkeerde voorstelling van zaken: De dwalende partij heeft een onjuiste voorstelling van zaken gehad op het moment van het sluiten van de overeenkomst.
- Relevantie: Deze verkeerde voorstelling moet zodanig zijn dat de dwalende partij de overeenkomst niet, of niet onder dezelfde voorwaarden, zou hebben gesloten indien de juiste voorstelling aanwezig was.
- Causaal verband: Er moet een oorzakelijk verband bestaan tussen de dwaling en het sluiten van de overeenkomst.
Uitsluitend Toekomstige Gebeurtenis
Wanneer de dwaling enkel betrekking heeft op een toekomstige gebeurtenis, dan kan er doorgaans geen succesvolle beroep op dwaling worden gedaan. Dit komt omdat een toekomstige gebeurtenis per definitie onzeker is en daarmee geen vaststaand feit vormt waarop een verkeerde voorstelling van zaken kan berusten.
Bijvoorbeeld, als een partij een contract aangaat in de verwachting dat een bepaalde markt in de toekomst zal groeien, maar deze markt krimpt juist, dan kan dit niet als dwaling worden aangemerkt, omdat de ontwikkeling van de markt in de toekomst een onzekere factor was ten tijde van het sluiten van het contract.
Conclusie
Dwaling wegens een uitsluitend toekomstige gebeurtenis is in principe niet mogelijk onder het Nederlandse recht, omdat dwaling betrekking moet hebben op feiten of omstandigheden die op het moment van het aangaan van de overeenkomst bestaan of al zijn gebeurd. Toekomstige gebeurtenissen zijn speculatief en vallen daardoor buiten het bereik van dwaling zoals bedoeld in de wet.