Beoordeling van de bevoegde rechtbank voor wijzigingen in onderhoudsgeld
Bij het bepalen van de bevoegde rechtbank voor wijzigingen in het bedrag van het onderhoudsgeld (alimentatie) wanneer beide partijen Belgische nationaliteit hebben, in België werken, maar in Nederland woonachtig zijn, moeten we rekening houden met zowel Belgisch als internationaal privaatrecht. Hieronder wordt dit verder toegelicht:
Internationaal Privaatrecht en EU-verordeningen
- Verordening Brussel II-bis: Deze verordening regelt de bevoegdheid in familiezaken binnen de EU. Volgens deze verordening is de bevoegde rechtbank doorgaans die van de gewone verblijfplaats van de verweerder of, onder bepaalde omstandigheden, de rechtbank van de gewone verblijfplaats van de kinderen.
- Verordening inzake onderhoudsverplichtingen: Deze verordening kan ook relevant zijn, aangezien het specifiek betrekking heeft op onderhoudsverplichtingen binnen de EU. De bevoegdheid kan onder andere gebaseerd zijn op de woonplaats van de onderhoudsgerechtigde of de onderhoudsplichtige.
Toepassing op de gegeven situatie
- Woonplaats in Nederland: Aangezien beide partijen in Nederland wonen, is het waarschijnlijk dat een Nederlandse rechtbank bevoegd is om te oordelen over de wijzigingen in onderhoudsgeld. De gewone verblijfplaats is vaak een doorslaggevende factor in het bepalen van de bevoegde rechtbank.
- Werken in België: Hoewel beide partijen in België werken, is dit meestal niet bepalend voor de bevoegdheid in zaken betreffende onderhoudsgeld. De werkplek heeft doorgaans geen invloed op de bevoegdheid van familierechtelijke zaken.
In dit geval lijkt het erop dat een Nederlandse rechtbank de aangewezen instantie is om de zaak te behandelen, gezien de woonplaats van beide partijen. Het is echter altijd raadzaam om een jurist te raadplegen die gespecialiseerd is in internationaal familierecht voor een definitieve beoordeling op basis van alle specifieke omstandigheden van de zaak.