Bij wie ligt de bewijslast?
Er geldt een hele simpele bewijsregel binnen het juridische wezen: wie eist, bewijst. Dit houdt simpelweg in dat degene die de ander een eis oplegt, altijd de plicht heeft voor de rechter te bewijzen dat de gevorderde het feit ook daadwerkelijk gepleegd heeft. Er valt te denken aan: iemand eist een schadevergoeding nadat een ander een steen door zijn ruit heeft gegooid. Dan zal de eiser ook met het bewijsmateriaal moeten komen waaruit blijkt dat de ander daadwerkelijk de steen door het ruit van de eiser gegooid heeft. In dit blog bespreken we bij wie de bewijslast ligt als er sprake is van een eenzijdig ongeval met alcohol.
Omkeringsregel bij een eenzijdig ongeval met alcohol
Bij een eenzijdig ongeval met alcohol ligt dit echter iets anders. Een rechter heeft de mogelijkheid om van de algemene bewijsregel af te wijken wanneer blijkt dat één van de betrokken bestuurders een te hoog alcoholpromillage blijkt te hebben.
Het gevolg hiervan is dat een rechter het feit al voldoende bewezen acht op basis van een constatering dat een van de betrokken bestuurders te veel alcohol op bleek te hebben.
Vervolgens komt de bewijslast dus te liggen bij de dronken bestuurder, hij moet nu tegenover de rechter bewijzen dat het ongeval ook gebeurd zou zijn wanneer hij niet te veel zou hebben gedronken. U kan zich goed voorstellen dat dit erg lastig is voor een dronken bestuurder.
Voorbeeld van een eenzijdig ongeval met alcohol
Een voorbeeld: Jan klaagt Piet aan omdat Piet Jan zou hebben aangereden toen Jan op de bromfiets de weg overstak. Piet zat in de auto en de politie constateert aan de hand van een blaastest dat Piet te veel gedronken heeft, verder heeft niemand gezien hoe Jan ten val is gekomen. De rechter oordeelt dat Piet, omdat hij te veel gedronken had, op zichzelf al een gevaar voor de rest van het verkeer was. Deze omstandigheid is volgens de rechter voldoende om de bewijslast op Piet te laten rusten.