Normaal gesproken komt het zelden voor dat er sprake is van ongeoorloofde mededinging en onrechtmatige concurrentie. De Hoge Raad oordeelde een tijd terug immers dat wanneer er geprofiteerd wordt van een bedrijfsdebiet van een concurrerende partij, dit niet leidt tot onrechtmatigheid. Ook niet wanneer de wederpartij hierdoor nadeel lijdt. Dit bevestigde de rechtbank Noord-Holland nogmaals. In dit artikel zullen wij de overschrijding van de normen van fatsoen binnen het bedrijfsleven in Nederland behandelen.
Het kopen van activa van een concurrent die faillissement heeft aangevraagd
In de zaak bij de rechtbank Noord-Holland was er sprake van een situatie waarbij zowel de eisende partij als de gedaagde partij zich bezighielden met het ontwikkelen en produceren van machines waarbij kaas verwerkt werd. Een derde bedrijf dat ook actief was binnen de kaasverwerkingsindustrie is failliet gegaan. De curator van het failliete bedrijf benaderde eiser en gedaagde voor een gesprek. Hierbij spraken ze over een mogelijke overname.
Beide partijen hebben de mogelijkheid om, na het tekenen van een verklaring ter geheimhouding, om vertrouwelijke informatie betreffende de lopende trajecten voor de overnamen en het werk dat onderhanden is te bekijken. De curator en de eiser bereiken een overeenkomst over de kop van de activa.
Onrechtmatige concurrentie
Niet lang daarna komen de eisers erachter dat de gedaagde partij contact heeft gezocht met relaties van het bedrijf dat failliet gegaan is. Daarnaast heeft gedaagde vijf ex-werknemers van de failliete onderneming aangenomen. Hierop besluiten de eisers om gedaagde te dagvaarden in een kort geding, omdat eisers van mening zijn dat er hier sprake is van onrechtmatige concurrentie. Eisers onderbouwen dit door te stellen dat de geheimhoudingsplicht door gedaagde geschonden is en gebruik heeft gemaakt van de vertrouwelijke informatie om daarmee de activa eventueel over te nemen.
Is het voortzetten van relaties met klanten onrechtmatig?
Volgens de rechter is er geen sprake van een onrechtmatige handeling wanneer de relaties met klanten worden voortgezet. De rechter ontkent niet dat er inderdaad contact geweest is tussen gedaagde en twee klanten die op de vertrouwelijke documenten stonden van het failliete bedrijf, maar gedaagde onderhield al enkele jaren contact met deze klanten. Het feit dat gedaagde doorgaat met deze relatie leidt dus niet tot onrechtmatigheid.
Profiteren van het bedrijfsdebiet van een failliete concurrent is niet onrechtmatig
Door de voorzieningenrechter is ook bepaald dat indien de geheimhoudingsplicht door gedaagde geschonden zou zijn dit alleen onrechtmatig is jegens de failliete partij en de curator daarvan. De eisende partij heeft immers slechts activa uit de boedel gekocht. Uit eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt ook dat profiteren van het bedrijfsdebiet van een concurrerende partij niet leidt tot onrechtmatigheid, zelfs wanneer dit tot negatieve gevolgen voor de concurrerende partij leidt. Wanneer er bijzondere omstandigheden zijn, kan profiteren van het bedrijfsdebiet van een concurrent wel onrechtmatig zijn.
Niet onrechtmatig, wel een overschrijding van de fatsoensnormen binnen het bedrijfsleven
Uit de behandelde uitspraken kunnen we dus concluderen dat bedrijven in Nederland veel vrijheid hebben wat betreft het omgaan met de concurrenten. Het is misschien niet netjes om de fatsoensnormen binnen het bedrijfsleven te overschrijden, maar dit betekent niet direct dat er onrechtmatig gehandeld wordt. Immers, een bedrijf is zelf verantwoordelijk voor het beschermen van de klantenportefeuille of interne kennis van de onderneming. In de besproken zaak was er sprake van een geheimhoudingsovereenkomst.
Geheimhoudingsplicht
Volgens de rechter gold deze geheimhoudingsplicht tussen de partijen en de curator en het failliete bedrijf, niet tussen de beide partijen onderling. De eisers hadden deze zaak kunnen voorkomen door in de geheimhoudingsovereenkomst een clausule op te nemen waarin ook tegen mogelijke kopers de geheimhoudingsplicht gelding had.
Een advocaat inhuren bij een relatiebeding of een concurrentiebeding
In deze zaak was er ook nog sprake van het feit dat de oud-werknemers van de failliete onderneming niet gebonden waren aan een concurrentiebeding of een relatiebeding. Hierdoor kon gedaagde profiteren van de kennis die deze oud-werknemers hebben, zonder dat dit negatieve consequenties had voor gedaagde. Daarom adviseren wij je om in dergelijke situaties een advocaat in de arm te nemen, die je kan bijstaan en vergelijkbare situaties zou kunnen voorkomen door met de werknemers een geheimhoudingsovereenkomst op te stellen. Hierdoor kun je jouw bedrijf zo goed als mogelijk zelf beschermen.