In dit artikel wordt uitgelegd wat buitengerechtelijke incassokosten nu precies inhouden en wanneer deze daadwerkelijk verschuldigd zijn.

Buitengerechtelijke incassokosten

De kosten die worden gemaakt ten behoeve van het incasseren van een geldvordering worden buitengerechtelijke incassokosten genoemd. Maar wanneer moet je nou incassokosten betalen en welke kosten zijn dan redelijk? Om onduidelijkheid daaromtrent uit de weg te helpen, is uniforme regelgeving in het leven geroepen.

Per 1 juli 2012 is de regeling omtrent het vorderen van buitengerechtelijke kosten (artikel 6:96 lid 2 sub c Burgerlijk Wetboek) gewijzigd. Van die regels kan niet worden afgeweken. Indien bedrijven onderling overeenkomsten sluiten, behouden ze wel de vrijheid om afwijkende afspraken te maken. Een voordeel van deze nieuwe buitengerechtelijke kostenregeling is dat op een eenvoudige wijze kan worden berekend hoeveel buitengerechtelijke kosten de schuldeiser van zijn schuldenaar bovenop de hoofdsom kan vorderen.

Het begrip buitengerechtelijke kosten moet ruim worden uitgelegd zodat ook administratiekosten, intakekosten of registratiekosten onder de regeling vallen en niet apart voor vergoeding in aanmerking komen. De regeling voor de buitengerechtelijke kosten is enkel van toepassing op vorderingen die voortvloeien uit overeenkomsten tot betaling van een geldsom. De buitengerechtelijke kostenregeling is niet van toepassing op bijvoorbeeld een vordering uit hoofde van schadevergoeding.

Optelregel

Indien een bedrijf meerdere vorderingen heeft op dezelfde (particuliere) klant, dan geldt de ‘optelregel’. De schuldeiser mag niet voor iedere vordering apart incassokosten in rekening brengen, maar dient de kosten over de totale vordering te berekenen.

Voorschriften

Voordat een bedrijf incassokosten aan een consument in rekening mag brengen dient aan een aantal vormvoorschriften te worden voldaan. Er dient een aanmaning te worden verzonden nadat de consument in verzuim is geraakt. Dit betekent in de meeste gevallen dat er een aanmaning dient te worden verstuurd nadat de overeengekomen betalingstermijn is verstreken. Wanneer er geen uiterste betalingstermijn is afgesproken, dient nog een eerste aanmaning te worden verstuurd om ‘verzuim’ te laten ontstaan. Anders gezegd: in de gevallen waarin een uiterste betalingstermijn is afgesproken, dient minimaal een aanmaning te worden verstuurd voordat incassokosten verschuldigd zijn. In de gevallen waarin geen uiterste betalingstermijn is afgesproken, dienen minimaal twee aanmaningen te worden verzonden alvorens aanspraak op incassokosten kan worden gemaakt.

In de (laatste) aanmaning moet het volgende zijn opgenomen:

  • een vermelding dat de consument nog 14 dagen de tijd heeft om te betalen, zonder dat incassokosten betaald hoeven te worden;
  • de exacte hoogte van het bedrag aan incassokosten dat verschuldigd is als er niet binnen 14 dagen betaald wordt (waarbij uiteraard niet meer mag worden gevraagd dan het wettelijk toegelaten maximale bedrag);
  • indien een lager bedrag wordt gevraagd, dient ook het wettelijk maximum te worden vermeld; en
  • indien het betreffende bedrijf geen omzetbelasting kan verrekenen, dan mogen de kosten in bovenstaande tabel worden verhoogd met BTW; dat dient dan uitdrukkelijk in de brief te worden vermeld.

Deze voorschriften gelden ook voordat een particulier aan een andere particulier incassokosten kan berekenen. Indien aan de procedurevoorschriften is voldaan en de betalingstermijn van 14 dagen in de laatste aanmaning is verstreken zonder dat er is betaald, dan zijn de incassokosten hoe dan ook verschuldigd.

 

Plaats nu jouw zaak op Lawspot.nl

Wil je ook weten of je de incassokosten wel moet betalen? De juiste advocaat vind je op Lawspot.nl! Wij zorgen ervoor dat je binnen enkele klikken een advocaat hebt gevonden die bij jou en jouw budget past.

 

Klik hier om jouw zaak te plaatsen

De hoogte van de vergoeding

Voor de hoogte van de vergoeding geldt dat de incassokosten worden berekend als percentage van de hoofdsom, waarbij het percentage lager wordt naarmate de hoofdsom hoger wordt. Voor het berekenen van de hoogte wordt aangesloten bij onderstaande staffel:

  • 15% van de hoofdsom van de vordering over de eerste € 2.500, met een minimum van € 40;
  • 10% van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 2.500;
  • 5% van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 5.000;
  • 1% van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 190.000;
  • 0,5% over het meerdere van de hoofdsom met een maximum van € 6.775.

De buitengerechtelijke kosten bedragen dus minimaal € 40,- en zijn gemaximeerd op € 6.775,-.

Rekenvoorbeeld:

De hoofdsom van de vordering is € 9.000,-.

Dan kan: 15% van € 2.500,- (€375,-) + 10% van € 2.500 (€ 250,-) + 5 % van € 4.000,- (€ 200,-) = € 825,- aan buitengerechtelijke kosten in rekening worden gebracht.

 

Heb je een vraag over dit blog? Of wil je worden geadviseerd over een buitengerechtelijke incassokosten? Neem dan gerust contact met ons op. Wij zijn jou graag van dienst.