Juridische analyse van de vraag
Inleiding
De vraag betreft een juridische kwestie met betrekking tot de rechten van ouders en kinderen in het kader van screeningsprocedures uitgevoerd door de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) zonder ouderlijke toestemming voor kinderen onder de 16 jaar.
Publiekrecht en privaatrecht
- Publiekrecht: Dit betreft de verhouding tussen burgers en de overheid. De GGD is een publieke instelling en valt onder publiekrechtelijke regelgeving bij het uitvoeren van gezondheidsdiensten en screenings.
- Privaatrecht: Dit betreft de rechten en plichten tussen burgers onderling. In deze context gaat het om de rechten van ouders en kinderen.
Onaanvaardbaarheidscriterium
De term “onaanvaardbaarrecht” lijkt niet direct herkenbaar te zijn binnen de gangbare juridische terminologie. Het kan geïnterpreteerd worden als een verwijzing naar een situatie waarin bepaalde handelingen of procedures als onaanvaardbaar worden beschouwd binnen de geldende wet- en regelgeving.
Toestemming van ouders
Volgens de Nederlandse wetgeving, met name de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), is voor medische handelingen bij minderjarigen tot 16 jaar in principe toestemming van de ouders of voogd vereist. Dit geldt ook voor screenings die door de GGD worden uitgevoerd, tenzij er specifieke uitzonderingen of wettelijke regelingen van toepassing zijn die dit toestaan zonder ouderlijke toestemming.
Conclusie
Indien de GGD screenings uitvoert zonder de vereiste toestemming van ouders voor kinderen onder de 16 jaar, kan dit in strijd zijn met de huidige wetgeving, tenzij er een specifieke wettelijke uitzondering van toepassing is. De juridische basis voor het eisen van ouderlijke toestemming is verankerd in de bescherming van de rechten van minderjarigen en de rol van ouders in de zorg voor hun kinderen.