Dilemma voor de deurwaarder: de boedel opslaan of gaan vernietigen?
Een kantonrechter kan een huurovereenkomst ontbinden. In dat geval is de gerechtsdeurwaarder als enige persoon bevoegd om de huurder uit deze woning te zetten. Uit de wet volgt dat een gerechtsdeurwaarder woningen ontruimt. Dit doet de deurwaarder door de zaken op de openbare weg te plaatsen. Zo komen er bij de ontruiming van een woning door de deurwaarder zekere kosten kijken.
De gemeente is verantwoordelijk
Zoals hierboven reeds uiteengezet, is de enige taak van de gerechtsdeurwaarder bij een ontruiming dat de zaken op de openbare weg geplaatst worden. Volgens de wet is het dan ook niet aan de deurwaarder om te controleren wat er met deze zaken gebeurt. De openbare weg behoort tot het domein van de gemeente. Hierdoor is de gemeente verantwoordelijk voor wat er met de zaken gebeurd nadat deze op de weg geplaatst zijn door de deurwaarder.
Op grond van de gemeentewet is het zo dat wanneer zaken niet binnen 3 maanden worden opgeëist, deze zaken als opgegeven worden beschouwd. De bruikbare zaken gaan dan vaak naar een lokale kringloop of deze worden vernietigd.
Gemeente gebonden aan APV
In de basis is de gemeente verantwoordelijk voor de op de openbare weg geplaatste zaken. Echter stelt de gemeente doorgaans een zogenoemde APV (Algemene Plaatselijke Verordening) op. Daaruit blijkt dat de nieuwe eigenaar van het pand of de verhuurder belast wordt om de zaken op de openbare weg te verwijderen. De deurwaarder heeft de leiding over de ontruiming. Het kan ook voorkomen dat de deurwaarder de gemeente belast met het nakomen van de APV. Als een gemeente een APV niet nakomt, is de gemeente een boete verschuldigd.
Deurwaarder krijgt de kosten
Met andere woorden, gerechtsdeurwaarders zien zich vaak genoodzaakt om ook naast de ontruiming een opdracht te geven tot het afvoeren of het laten opslaan van de goederen die uit de woning zijn geplaatst. Deze handelingen worden dan vaak niet meer door de gemeente zelf gedaan, maar de gerechtsdeurwaarder huurt dan vaak een particulier bedrijf in. Nu is het zo dat een gerechtsdeurwaarder de kosten voor het verplaatsen en opslaan van de goederen kan verhalen op een debiteur.
Echter is het zo dat deze kosten in enkele gevallen tot in het oneindige oplopen. Er is immers geen wet waaruit blijkt dat een gerechtsdeurwaarder mag besluiten om tot een vernietiging over te gaan. Hierdoor kan een gerechtsdeurwaarder altijd aansprakelijk worden gehouden. Dit betreft daarmee de kern; de ontruiming van een woning brengt vele kosten voor de deurwaarder.
Steeds hoger wordende kosten voor niet alleen de deurwaarder
Het is niet zo dat alleen een gerechtsdeurwaarder een risicovolle afweging moet gaan nemen omtrent de mogelijke kosten vanuit de ontruiming van een woning. De debiteur is doorgaans degene die vroeger de huurder was. Deze kan grote risico’s lopen wat betreft kosten van de ontruiming van een woning. De debiteur draagt namelijk de kosten voor het opslaan van zijn zaken. Deze kosten zijn immers het gevolg van een bepaalde ontruiming.
In de praktijk komt het dan ook vaak voor dat de opslagkosten van de zaken de eigenlijke waarde van de zaken overstijgt. Dit is op den duur uiteindelijk altijd het geval. Wanneer de eigenaar van de zaak deze terug wil krijgen dan kan het bedrijf waar de zaak in opslag ligt een zogenaamd retentierecht uitoefenen. Uit het retentierecht volgt het vereiste dat alvorens teruggave van het goed, de debiteur eerst aan zijn crediteur betaalt.
Debiteur en deurwaarder staan voor kosten
Op grond van het voorgaande kan er een vicieuze cirkel ontstaan. Een debiteur kan uiteindelijk zijn spullen terugkrijgen, indien hij de inmiddels enorm hoog geworden opslagkosten betaalt. Hoe langer hij wacht, hoe hoger deze kosten worden. Hierdoor loopt de rekening alleen maar hoger op. Dit maakt het lastiger om zijn spullen terug te krijgen.
Risico’s retentierecht
Om dit probleem tegen te gaan, zullen deurwaarders vaak een debiteur van tevoren wijzen op de risico’s van dit retentierecht. Dat slechts in het geval dat de zaken worden opgeslagen bij een particulier bedrijf. De debiteur ontvangt bericht hiervan. Het duurt vaak even voordat hij achter het nieuwe woonadres van de huurder is gekomen.
In de onderliggende periode lopen de opslagkosten dus nog op. Daarnaast is het vaak zo dat een huurder die niet zijn huur betaalt ook niet later de opslagkosten kan betalen. Vaak blijkt geld een groot gebrek bij debiteuren. Niet alleen de deurwaarder, maar ook de debiteur komt voor vele kosten te staan.
Het dilemma van de deurwaarder bij ontruiming van een woning
Een deurwaarder dient goed de afwegingen te maken omtrent de eigendommen van een huurder. De beslissing daaromtrent is geen gemakkelijke. Het komt voor dat een deurwaarder in het belang van de eigenaar beslist om de opgeslagen zaken te vernietigen. De gerechtsdeurwaarder kan ervoor kiezen dit niet te doen. In dat geval laat hij de schuld van de debiteur alleen maar groter en groter worden.
De deurwaarder is verantwoordelijk voor zijn keuze en krijgt dan in sommige gevallen een aansprakelijkstelling aan zijn broek. Het kan voorkomen dat een gerechtsdeurwaarder de spullen niet laat vernietigen. Hij is in dat geval aansprakelijk voor kosten van onnodige opslag. Wanneer hij toch vernietigt dan wordt de schade aan hem toegerekend. Uit het voorgaande blijkt het dilemma voor de deurwaarder. Hoe je het ook went of keert; ontruiming van een woning brengt vele kosten voor de deurwaarder.