Kosten en kostenvergoeding omtrent hoger beroep?
Na een uitspraak van de rechtbank kun je daartegen in hoger beroep gaan als je procespartij bent. Dit kun je instellen bij de Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB). Als je tot hoger beroep overgaat dan moet je bepaalde kosten betalen. Deze kosten heten griffierechten. Dit zijn administratieve kosten die bij je in rekening worden gebracht. Bij de CRvB bedragen deze griffierechten € 110,-. Het verschilt echter per gerechtelijke instelling. Het betalen van deze griffierechten is een hard vereiste. Je moet deze griffierechten betalen alvorens je in hoger beroep gaat.
Kosten bij hoger beroep
Naast de griffierechten moet je rekening houden met verschillende andere kostenposten:
– De reis- en of verblijfkosten die je moet maken in de hoger beroepsprocedure.
– Het honorarium van jouw advocaat, of andere professionele jurist (indien je deze inschakelt).
– Kosten van andere deskundigen die je in jouw procedure ingeschakeld hebt.
Heb ik recht op een bepaalde kostenvergoeding bij hoger beroep?
Wanneer je jouw zaak in hoger beroep al dan niet gedeeltelijk wint en jouw gelijk krijgt, dan kun je in aanmerking komen voor een vergoeding van proceskosten. De tegenpartij wordt veroordeeld tot de vergoeding van de proceskosten. Je dient een verzoek in te dienen bij de CRvB om dit mee te nemen in de uitspraak. Je dient dit te doen voordat de hoger beroepsprocedure afgerond is.
Veroordeling in de proceskosten na hoger beroep
Na jouw verzoek wordt de tegenpartij doorgaans veroordeeld tot het betalen van de proceskosten. Dit is echter geen volledige compensatie van de door jou gemaakte kosten na hoger beroep. De procedure kost je desondanks geld. De vergoeding is namelijk vastgesteld op basis van een speciaal puntensysteem. Hoe complexer de zaak, hoe meer punten. Hoe meer punten, hoe hoger de vergoeding is. Houd er dus rekening mee dat een groot gedeelte van de kosten niet vergoed worden.
Centrale raad van beroep
Je geniet dus de mogelijkheid tot het indienen van een verzoek om de tegenpartij in de proceskosten te veroordelen. Dit dien je in bij de CRvB. Daarnaast kan je ook verzoeken om de geleden schade die je geleden hebt te vergoeden. Bij dit laatste moet je denken aan de wettelijke rente over de te late uitkeringen.
Smartengeld als kosten bij hoger beroep
Naast het voorgaande bestaat de mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot betaling van schadevergoeding. Dit is een andere vorm van kosten omtrent beroep. Deze kosten kan je baseren op immateriële schade wegens het niet afronden van de zaak binnen de redelijke termijn. Je geniet dan de mogelijkheid tot schadevergoeding wegens overschrijding van de termijn. Je moet namelijk een lange tijd in onzekerheid zitten tijdens het proces. Ook hier geldt hetzelfde uitgangspunt. Hoe langer de procedure duurt, hoe hoger het smartengeld is.
De termijn van de procedure
Het is echter niet zo dat je binnen de kortste keren kan stellen dat de procedure te lang geduurd heeft. Deze immateriële schadevergoeding wordt niet snel toegekend. De procedure moet heel lang op zich wachten. De CRvB heeft voorheen gesteld dat een procedure in het bestuursrecht (procedures rond de uitkeringen) in totaal niet langer dan vier jaar in beslag mag nemen.
Andere termijnen
– In bezwaar mag een procedure niet langer dan een half jaar (zes maanden) duren.
– Een procedure in beroep mag niet langer dan achttien maanden duren
– In hoger beroep mag een procedure niet langer dan twee jaar (24 maanden) duren.
De termijn van jouw procedure kan in het geheel overschreden worden. In dat geval kan je in principe in aanmerking komen voor een vergoeding. Uw immateriële schade bedraagt dan € 500,- per half jaar dat de termijn overschreden is. Overschrijding leidt dus tot nog meer kosten.