Insolventierecht

Het insolventierecht is een onderdeel van het ondernemingsrecht. Vaak spreekt men ook wel van faillissementsrecht. Het insolventierecht gaat over de situatie waarin een natuurlijke persoon of rechtspersoon niet meer aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Denk bijvoorbeeld aan een bedrijf dat op de rand van faillissement staat. Het insolventierecht regelt het eventuele uitstel van betaling, het faillissement zelf en de positie van schuldeisers. Daarnaast regelt het insolventierecht ook de bevoegdheden van de curator en het toezicht door de rechter-commissaris. Een van de belangrijkste wetten hiervoor is de Faillissementswet. De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen is een belangrijke wet voor situaties waarin natuurlijke personen niet aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen.

Surseance van betaling

Wat is surseance van betaling?

Surseance van betaling is een algemene uitstel van betaling. Het doel van surseance van betaling is het gunnen van tijd aan de schuldenaar om orde op zaken te stellen en eventueel faillissement te voorkomen. De schuldenaar verliest tijdens de surseance het vrije beheer en beschikking over zijn vermogen. Hij beheert en beschikt nog wel over zijn vermogen, maar hij heeft hiervoor de medewerking van een bewindvoerder nodig.

Aanvragen van surseance

Wanneer een schuldenaar voorziet dat hij zijn opeisbare schulden niet kan betalen, kan hij de surseance aanvragen. De schuldenaar dient hiervoor een verzoekschrift in bij de rechtbank. Het verzoekschrift is ondertekend door de schuldenaar en zijn advocaat. Daarnaast bevat het verzoekschrift een overzicht van de baten en schulden van de schuldenaar. Zodra de rechtbank het verzoekschrift heeft ontvangen, spreekt de rechter de surseance voorlopig uit. Behalve in de gevallen waarin de schuldenaar niet aan formaliteiten heeft voldaan zoals het ondertekenen van het verzoekschrift, of het overleggen van een overzicht van baten en schulden. De rechtbank onderzoekt niet of de schuldenaar na surseance in staat is om zijn opeisbare schulden te betalen.

Tegelijk met het verlenen van de voorlopige surseance benoemt de rechtbank een of meer bewindvoerders. Samen met de schuldenaar beheert de bewindvoerder het vermogen. Indien nodig kan de rechter ook een rechter-commissaris benoemen kom maar deze adviseert de bewindvoerder op diens verzoek. Ook is het mogelijk dat de rechtbank deskundigen benoemd, zij onderzoeken de betrouwbaarheid van het overzicht van baten en schulden en onderzoeken of de schuldenaar na verloop van tijd zijn schulden zal kunnen voldoen.

De griffier zorgt ervoor dat de bekende (concurrente) schuldeisers en de schuldenaar worden opgeroepen zodat zij worden gehoord voordat de rechter definitief beslist over het verzoekschrift. Het staat de rechter vrij om het verzoek af te wijzen. Echter, in sommige gevallen is de rechter verplicht om de surseance te weigeren; Bijvoorbeeld wanneer te veel schuldeisers zich verzetten tegen de definitieve surséance, of wanneer er gegronde vrees bestaat dat de schuldenaar zal trachten de schuldeisers tijdens de surseance te benadelen. Ook moet de rechter het verzoek weigeren wanneer het vooruitzicht bestaat dat de schuldenaar na verloop van tijd zijn schuldeisers niet zal kunnen afbetalen.

Rechtsgevolgen van surseance

Zoals hierboven staat beschreven wijst de rechter een bewindvoerder aan bij het voorlopig toewijzen van surséance. Dit betekent dat de schuldenaar de medewerking van de bewindvoerder nodig heeft bij het beheren en beschikken over zijn vermogen. Handelt de schuldenaar zonder de medewerking van zijn bewindvoerder, dan heeft dit verschillende consequenties. In beginsel zijn de handelingen Zonder medewerking van de bewindvoerder nietig. Daarnaast kan de surseance worden ingetrokken. Ook kan de bewindvoerder zelfstandig alles doen wat nodig is om de poedel schadeloos te houden. Tenslotte is ook een strafrechtelijke sanctie mogelijk.

De surseance schorst niet alle betaalverplichtingen op. Voor sommige betalingen geldt geen uitstel. Betalingen zoals loon en belasting moeten nog steeds voldaan worden.

Het surseance akkoord

Gedurende het uitstel van betaling houdt de schuldenaar zich natuurlijk bezig met de orde op zaken stellen en het afhandelen van de schulden. Daarom gaat hij vaak met de schuldeisers in gesprek. Hij kan bijvoorbeeld afspreken met de schuldeisers hoe de afbetaling van de schulden zal verlopen na afloop van de surseance. De schuldenaar kan daarvoor een akkoord aanbieden, waarin hij aangeeft dat de schuldeisers na afloop van de surseance een gedeelte van hun vordering zullen ontvangen. De schuldeisers moeten dan beslissen of ze akkoord gaan met de niet volledige terugbetaling van hun vordering. Gaan ze niet akkoord dan bestaat het risico dat de schuldenaar failliet gaat en dat zij nog minder geld van hun vordering terug zullen zien.

De meerderheid van de schuldeisers moet het met het akkoord eens zijn. Daarnaast moeten deze schuldeisers minimaal de helft van de totale vordering vertegenwoordigen. Tenslotte moet de rechter het akkoord ook nog goedkeuren. Keurt de rechter het akkoord goed? Dan zijn alle schuldeisers jegens wie de surseance geldt gebonden aan het akkoord. Gaan de schuldeisers niet akkoord? Dan kan de rechter het faillissement van de schuldenaar uitspreken.

Het einde van surseance

De surseance kan op verschillende manieren eindigen. Allereerst door het verstrijken van de termijn. De rechter spreekt surseance uit voor een termijn van maximaal anderhalf jaar. Een andere manier voor het beëindigen van surseance is het verzoeken tot intrekken van surseance. De schuldenaar kan dit verzoek zelf doen, wanneer hij van mening is dat hij zijn schulden kan aflossen. Echter, de schuldeisers of de bewindvoering kan hiertoe ook een verzoek doen. Dit is mogelijk wanneer zij van mening zijn dat de schuldenaar misbruik maakt van de surseance. Tenslotte kan de surseance eindigen door het surseance akkoord. Wordt het akkoord goedgekeurd dan eindigt de surseance en heeft de schuldenaar de betalingsverplichting volgens het akkoord. Wordt het akkoord niet goedgekeurd, dan kan de surseance eindigen door eventueel faillissement.

Het faillissement

De faillietverklaring

Het faillissement is een soort van beslag op het gehele vermogen van de schuldenaar. Het heeft als doel de vorderingen van de schuldeisers zoveel mogelijk te voldoen. Niet alleen de schuldeisers kunnen het faillissement aanvragen. Ook de schuldenaar zelf kan dit doen. Daarnaast heeft het OM deze mogelijkheid ook wanneer het faillissement het openbaar belang dient. Is er sprake van WSNP, dan kan de bewindvoerder ook faillissement aanvragen. Het aanvragen van faillissement gebeurt bij de rechter. Hiervoor is een advocaat verplicht. Deze vraagt het faillissement aan met een verzoekschrift. De schuldeiser moet bij het verzoek tot faillissement het volgende stellen:

  1. De schuldeiser heeft een vordering op de schuldenaar en de schuldenaar betaalt niet;
  2. De schuldenaar laat meerdere schuldeisers onbetaald;
  3. Ten minste één vordering is opeisbaar en de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen.

Wanneer de rechter van oordeel is dat aan deze drie voorwaarden is voldaan kan hij het faillissement uitspreken. De schuldeiser kan zijn verzoek ook intrekken als de schuldenaar intussen toch betaalt. Spreekt de rechter wel het faillissement uit? Dan verliest de schuldenaar op dat moment het beheer en de beschikkingsbevoegdheid over zijn vermogen. Deze gaan over op de curator. De curator zal het gehele vermogen te gelde maken om op deze manier zoveel mogelijk schuldeisers verhaal te bieden.
Het vermogen waarover de schuldenaar het beheer en beschikking verliest ten behoeve van de afhandeling van het faillissement noemen we ook wel de faillissementsboedel. Vanuit deze boedel worden de schuldeisers zoveel mogelijk afbetaald.

Het einde van het faillissement

Het faillissement kan op verschillende manieren eindigen. Een van de meest voorkomende manier is opheffing van het faillissement. De curator kan de rechter verzoeken tot het opheffen van het faillissement wanneer de kosten van het faillissement hoger zijn dan de opbrengst van de faillissementsboedel. De schulden blijven dan openstaan. Na het opheffen van het faillissement kunnen schuldeisers zelf weer proberen om hun vordering te innen.

Een andere manier om het faillissement te beëindigen is de vernietiging van de faillietverklaring. De rechter kan het faillietverklaring vernietigen als het faillissement onterecht blijkt te zijn. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de vordering van de schuldeiser niet voldoende vaststaat of wanneer de schuldenaar niet is opgehouden met betalen. De rechter kan in dit geval de faillietverklaring vernietigen. Dit betekent dat de faillietverklaring met terugwerkende kracht niet bestaat en dus ook nooit heeft bestaan.

Het faillissement kan ook eindigen met een akkoord waarin de schuldenaar en schuldeisers afspraken maken over het voldoen van de schulden. Ook hierbij moeten de schuldeisers rekening houden dat ze wellicht een deel van hun vordering niet meer terug zullen zien.

Het faillissement kan tenslotte eindigen met executie van de faillissementsboedel. Hierbij gaat de curator over tot het geldelijk maken van de faillissementsboedel om zo de schulden zoveel mogelijk te voldoen.

Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen

De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen regelt de situatie waarin een natuurlijke persoon niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Het gaat hier dus niet om bedrijven met schuldeisers, maar om gewone personen met bijvoorbeeld hypotheekschuld en schulden bij stroom en gasleveranciers. Het doel van de schuldsanering is het terugdringen van het aantal faillissementen van natuurlijke personen en het bieden van een frisse start. De rechter stelt na toelating een plan van aanpak op om zoveel mogelijk schulden te voldoen en een deel van de schulden te saneren na afloop van het plan. Schuldeisers zijn verplicht hieraan mee te werken.

Toelating

Om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling is een verzoek bij de rechtbank nodig. Hiervoor is een advocaat niet verplicht. De rechter kan de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitspreken wanneer redelijkerwijs is te voorzien dat de verzoeker niet zal kunnen voortgaan met het betalen van de schulden of als hij is gestopt met het betalen van de schulden.

In het verzoekschrift moet de verzoeker de volgende punten aannemelijk maken.

  • De schuldenaar kan niet voortgaan met het betalen van schulden en kan dit niet zelf oplossen;
  • De verzoeker maakte 5 jaar voor jouw aanvraag schulden die onbedoeld waren. Dit heet te goeder trouw;
  • Het lukt niet om de schulden op te lossen via een minnelijk schuldhulpverleningstraject;
  • De afgelopen 10 jaar zat de verzoeker niet in de WSNP;
  • De verzoeker wil zich houden aan de regels van de WSNP;
  • De verzoeker probeert zoveel mogelijk te verdienen om de schulden af te betalen.

Wijst de rechter het verzoek toe? Dan krijgt de verzoeker een bewindvoerder toegewezen. De bewindvoerder houdt voortdurende toezicht dat de verzoeker voldoet aan de voorwaarden van de WSNP. Dit betekent dat de verzoeker eigenlijk gedurende het verloop van de WSNP leeft op minimumniveau, voor het verrichten van financiële handelingen heeft de verzoeker toestemming nodig van de bewindvoerder en de bewindvoerder ziet toe dat de verzoeker probeert zoveel mogelijk te verdienen om de schulden te voldoen.

Termijn en einde van schuldsanering

De wet bepaalt dat het schuldsaneringstraject loopt voor een termijn van 3 jaar. Na het verstrijken van de termijn beoordeelt de rechter of de schuldenaar aan de verplichtingen van het traject heeft voldaan. Hiervoor levert de bewindvoerder drie maanden voor het verstrijken van de termijn verslag aan de rechter-commissaris. Twijfelt de rechter hij een schone lei kan verlenen. Dan kan volgt er een nieuwe zitting om de rechter te informeren over het verloop van de regeling. Komt de rechter er dan achter dat de schuldenaar is te kort gekomen in de regeling, maar deze tekortkoming was hem niet aan te rekenen, of deze tekortkoming was van geringe betekenis. Dan verleend de rechter een schone lei. Dit betekent dat de schuldenaar de resterende schulden niet meer hoeft te betalen.

Advocaat insolventierecht

De kosten voor een advocaat variëren per kantoor. Heb je een laag inkomen? Wellicht kan je dan gebruik maken van gesubsidieerde rechtsbijstand. Vaak noemen we dit ook wel pro deo advocaten. Jouw advocaat is dan niet volledig gratis, maar je betaalt een inkomensafhankelijke bijdrage. De advocaten van Lawspot werken ook op basis van pro deo.

In het insolventierecht is het niet verplicht dat je gebruik maakt van een advocaat. Wij adviseren echter dat jij je wel laat bijstaan door een advocaat. Een gespecialiseerde insolventierecht advocaat kan je helpen met het beroep indienen bij de juiste instantie, of bijvoorbeeld aantonen dat je schade hebt geleden. De insolventierecht advocaten van Lawspot helpen je hier graag bij. Mocht je een vraag hebben over het insolventierecht, of wil je bijgestaan worden door een van onze insolventierechtadvocaten, neem dan contact op. Vul het formulier in of bel ons direct op. Wij zijn bereikbaar op 085 – 5000 202.

Direct juridische hulp?

Vul het contactformulier in, dan neemt een gespecialiseerde advocaat gauw contact met je op.

Zelf bellen kan natuurlijk ook, wij zijn bereikbaar via 085 – 5000 202.

preferent

Preferent

Er bestaat een zekere rangorde binnen schuldeisers wanneer er sprake is van faillissement. Dat betekent dat de schuldeisers die het hoogste in de rangorde zitten

Meer lezen »
executiegeschil starten

Executiegeschil starten

Met het starten van een executiegeschil of het aanvragen van een schorsing kan men een executievonnis voorkomen! Het komt geregeld voor dat een partij, welke

Meer lezen »
boedel

Boedel

Bezittingen Zowel natuurlijke personen (een mens die bepaalde rechten en plichten heeft) als ook een rechtspersoon (zoals bv’s, nv’s, stichtingen, overheidsinstanties etc.) kunnen bezittingen hebben. Wanneer

Meer lezen »
Bodemrecht

Bodemrecht

Het bodemrecht Bepaalde personen of instanties hebben een voorrecht bij een faillissement. De belastingdienst is een van deze bevoorrechtte personen. De belastingdienst beschikt over het

Meer lezen »
Bel nu