Gaat een bepaling over looptijd in voorwaarden van uitzenden voor op arbeidsovereenkomst?
De vraag of een bepaling over de looptijd in de voorwaarden van uitzenden voorrang heeft op de arbeidsovereenkomst is juridisch relevant en kan worden beantwoord aan de hand van het Nederlandse arbeidsrecht.
Algemene Regelgeving
In Nederland zijn er specifieke regels voor uitzendkrachten die worden geregeld in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) en het Burgerlijk Wetboek. Er zijn ook cao’s (collectieve arbeidsovereenkomsten) die specifieke bepalingen kunnen bevatten voor uitzendkrachten.
Looptijd in Voorwaarden van Uitzenden
Bij uitzenden is er sprake van een driehoeksverhouding tussen de uitzendkracht, het uitzendbureau en de inlener (het bedrijf waar de uitzendkracht feitelijk werkt). De voorwaarden voor uitzenden worden vaak vastgelegd in een uitzendovereenkomst tussen de uitzendkracht en het uitzendbureau, en een inleenovereenkomst tussen het uitzendbureau en de inlener.
Voorrang van Bepalingen
In de praktijk geldt dat de arbeidsvoorwaarden van de uitzendovereenkomst vaak leidend zijn voor de uitzendkracht, tenzij er in de inleenovereenkomst specifieke bepalingen zijn opgenomen die anders bepalen en deze door de uitzendkracht zijn geaccepteerd. Dit kan bijvoorbeeld in een situatie zijn waar de cao van de inlener ook van toepassing wordt verklaard op de uitzendkracht.
Conclusie
De bepalingen over de looptijd in de uitzendovereenkomst hebben doorgaans voorrang op de arbeidsovereenkomst, tenzij er door specifieke cao-bepalingen of andere contractuele afspraken anders is bepaald. Het is altijd raadzaam om de specifieke contracten en cao’s te raadplegen of juridisch advies in te winnen om de exacte voorrangsverhouding te bepalen.