In dit artikel bespreken we het contract niet verlengd door zwanger. Het ongelijk behandelen van werknemers wordt door verschillende wetten verboden. Het verbod geldt op verschillende gronden. U kunt hierbij denken aan de leeftijd, nationaliteit, geslacht, levensovertuiging, chronische ziekte, godsdienst of levensovertuiging en ras.
Verbod op onderscheid
Het gaat niet alleen om een verbod op direct onderscheid, ook indirect onderscheid is verboden. Onderscheid dat als direct is aan te merken, is onderscheid op basis van moederschap, zwangerschap en bevalling. Het is mogelijk dat een werkgever besluit om een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd niet te verlengen terwijl de werkneemster in kwestie zwanger is.
De vraag is natuurlijk of dit toegestaan is. Het antwoord op deze vraag heeft alles te maken met de gronden waarop het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst gebaseerd is. In 2020 is er een zaak geweest waarin de werkgever heeft ondervonden dat de formulering van het ontslag belangrijk is. In dit artikel zullen we deze zaak bespreken.
Zwanger worden en een contract voor bepaalde tijd
Deze zaak heeft betrekking op een werkneemster die in november 2017 in dienst trad bij een stichting. Haar arbeidsovereenkomst is voor bepaalde tijd vastgesteld. Als de werkneemster in mei 2018 een half jaar bij de stichting in dienst is, wordt haar contract voor bepaalde tijd met een jaar verlengd. Dit is de normale gang van zaken.
Als de werkneemster in september van dat jaar ontdekt dat zij zwanger is, meldt zij zich kort daarna ziek. De stichting laat de werkneemster in begin 2019 weten dat haar tweede contract niet verlengd word na 1 mei 2019. Volgens de werkneemster is het contract niet verlengd omdat ze zwanger was.
Het reflectieformulier in de zaak
Bovenstaande mededeling werd in een reflectieverslag vastgelegd. Het reflectieverslag bevatte de mededeling aan de werkneemster dan haar contract niet verlengd zou worden. Maar in het reflectieverslag was nog meer te lezen. Namelijk dat als het contract op 1 mei 2019 wel voor vijf maanden verlengd zou worden, de vrouw voor het grootste deel van deze periode met zwangerschapsverlof en tevens met bevallingsverlof zou zijn.
Overwegingen van de kantonrechter
Het oordeel van de kantonrechter luidt dat het reflectieformulier gelet op de inhoud van het formulier duidt op ongelijke behandeling en wel een directe vorm. Een mannelijke werknemer zou immers nooit op een dergelijke manier behandeld kunne worden. De aanzegging inhoudende het niet verlangen van het contract voor bepaalde tijd had volgens het oordeel van de kantonrechter namelijk duidelijk betrekking op de zwangerschap van de vrouw.
Het aan de orde zijn van andere omstandigheden verandert het oordeel niet
De kantonrechter vult zijn bovenstaande ondervinding aan met de uitleg dat wanneer er nog andere omstandigheden aan het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ten grondslag lagen, deze het eerder geformuleerde oordeel niet veranderen. Andere omstandigheden nemen niet weg dat het niet verlengen van het contract mede was gelegen in het feit dat de werkneemster in kwestie zwanger was.
Wanneer de zwangerschap niet aan de orde was en er enkel sprake was van disfunctioneren, had de werkneemster aansluitend op de contractverlenging nog een paar maanden de tijd gehad om beter te functioneren. In de zaak was het echter zo dat de stichting niet voldoende gesteld had dat er sprake was van onbehoorlijk functioneren door de werkneemster.
Oordeel van de kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat de stichting ernstig verwijtbaar gehandeld heeft omdat het door haar gemaakte onderscheid dat verboden is. Namelijk onderscheid maken tussen mannen en vrouwen. De kantonrechter geeft hierbij aan dat het gaat om een essentieel grondrecht, namelijk de gelijke behandelingen van vrouwen en mannen.
Dit wezenlijke grondrecht is ook essentieel in Europees verband. Het oordeel van de kantonrechter wordt versterkt door het feit dat door een onderscheid tussen mannen en vrouwen vanwege een zwangerschap, juist die personen op de arbeidsmarkt treft met een extra zwakke positie.
Vergoeding voor de benadeelde partij
De vergoeding voor de werkneemster wordt een billijke vergoeding genoemd. De rechter let bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding mede op het gederfde loon. Het is immers zo dat de werkneemster door het niet verlengen van haar arbeidsovereenkomst inkomsten misloop. De duur van de verlengde arbeidsovereenkomst, in casu vijf maanden, speelt hierbij ook een rol.
Al met al komt de rechter tot het toekennen van een billijke vergoeding van een bedrag van €10.830,40 bruto toe.