Bij relaties tussen burgers spreekt men over het privaatrecht. Dit gaat dus niet over zaken tussen de burger en de overheid, enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten. De relaties tussen burgers, dus het privaatrecht, kun je voor het grootste deel terugvinden in het Burgerlijk Wetboek. In dit stuk zullen wij je het een en ander bijbrengen over het Burgerlijk Wetboek. We zullen je uitleggen hoe het Burgerlijk Wetboek in elkaar steekt, wat erin staat en hoe het wordt aangeduid.
Het Burgerlijk Wetboek: een gelaagde structuur
In 1992 werd het Burgerlijk Wetboek zoals wij dat nu kennen ingevoerd. Het Burgerlijk Wetboek bestaat uit 9 boeken, die in een gelaagde structuur zijn geplaatst. Dit betekent dat eerst de algemene regels in het boek staan. Daarna komen pas de specifiekere regels. Neem bijvoorbeeld de koopovereenkomst uit Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Hierop zijn niet alleen de regels van Boek 7 van toepassing, maar ook de regels uit Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek die zien op een overeenkomst/verbintenis. Ook regels over het tot stand komen van een rechtshandeling uit Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing.
De gehanteerde afkortingen in het Burgerlijk Wetboek
Wanneer je leest over BW, gaat dit meestal over het Burgerlijk Wetboek. Voor het artikelnummer staat het betreffende boek van het Burgerlijk Wetboek met daarna een dubbele punt (bijvoorbeeld 7:2). Wanneer een artikel verder is onderverdeeld staat er ‘lid’ en eventueel ook nog ‘sub’. Wanneer er meerdere artikelen relevant zijn voor het betreffende artikel, wordt dit aangeduid met ‘juncto’ of de afkorting hiervan (‘jo.’). Een voorbeeld: je wilt Burgerlijk Wetboek Boek 2, artikel 60 onder 2 én onder c aangegeven. Ook wil je Burgerlijk Wetboek 3, artikel 120 benoemen. Dit schrijf je dan als volgt: artikel 2:60 lid 2 sub c BW jo. 3:120 BW.
Boek 1: het personen en familierecht
In boek 1 van het BW kun je het personen en familierecht vinden. Dit onderwerp gaat over natuurlijke rechtspersonen (dus geen rechtspersonen). In het personen en familierecht zit enige overloop. Het gaat over het personenrecht, met onder andere de rechten wat betreft de naam, de geboorte en het overlijden, de onderbewindstelling en de curatele. Ook het familierecht wordt in boek 1 van het BW geregeld. Alle zaken over het huwelijk en een echtscheiding, inclusief het gezag over de kinderen die nog minderjarig zijn, kun je in dit boek vinden.
Boek 2: de rechtspersonen
In BW 2 worden de regels wat betreft rechtspersonen geregeld. Een rechtspersoon is een juridisch bedenksel en kan zelfstandige plichten en rechten hebben, waarmee het vergelijkbaar is met een natuurlijke persoon. Voorbeelden van rechtspersonen zijn bv’s, nv’s, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Niet alleen het oprichten en ontbinden van een rechtspersoon, maar ook de interne gang van zaken in combinatie met de statuten van een rechtspersoon worden in dit boek behandeld. Ook staan er in Burgerlijk Wetboek 2 diverse bepalingen wat betreft het ondernemingsrecht.
Boek 3: het algemene Vermogensrecht
In BW 3 kun je de algemene bepalingen voor het vermogensrecht vinden. Denk hierbij aan het vermogen van zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon. Met name de overdracht van goederen wordt hier geregeld. Hierbij gaat de eigendom van de ene naar de andere persoon over. Ook de met beperkte rechten bezwaarde goederen worden in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek beschreven. Tevens wordt er omschreven op welke wijze een rechtshandeling tot stand komt.
Boek 4: het Erfrecht
BW 4 regelt het erfrecht, wat natuurlijk gaat over de erfenis. Hierin staan welke regels er zijn indien iemand is overleden en vermogen nagelaten heeft. Het boek bevat bepalingen omtrent de rechten voor de diverse betrokkenen, op welke wijze een erfenis verdeeld dient te worden en welke rol het testament hierbij speelt.
Boek 5: de Zakelijke rechten
In BW 5 kun je de bepalingen betreffende de zakelijke rechten vinden. Hier wordt onder andere het concept eigendom uitgelegd, wat daaronder geschaard wordt, welke plichten en rechten hieruit voortkomen en ook enkele beperkte rechten die betrekking hebben of kunnen hebben op de zakelijke rechten.
Boek 6: het algemene Verbintenissenrecht
In BW 6 kun je de bepalingen betreffende het verbintenissenrecht vinden. Dit gaat met name over verplichtingen tussen burgers als gevolg van een overeenkomst. Het gaat ook over een onrechtmatige daad of een onverschuldigde betaling. Ook kun je in dit boek de gevolgen van het niet nakomen van een verbintenis vinden.
Boek 7: de Bijzondere overeenkomsten
In BW 7 staan de specifiekere regels over het overeenkomstenrecht. In dit boek worden ongeveer 20 overeenkomsten uitgelegd, met voor iedere overeenkomst een aparte regeling. Denk hierbij aan bijvoorbeeld koopovereenkomsten, overeenkomsten van borgtocht, maar ook arbeidsovereenkomsten. Boek 7 betreft met name regelend recht. Dit betekent dat er de mogelijkheid bestaat om bij een overeenkomst af te wijken van de bepalingen opgenomen in BW 7.
Boek 7a: het vervolg van de Bijzondere Overeenkomsten
In de nabije toekomst zal BW 7A komen te verdwijnen. Dit boek bevat enkele bijzondere overeenkomsten die tot op heden nog niet in BW 7 zijn opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn de huurkoop en het (ver)bruikleen, maar ook de maatschap.
Boek 8: Vervoer en verkeersmiddelen
In BW 8 staan de bepalingen wat betreft verkeersmiddelen en vervoer. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld goederentransport. Voor alle modaliteiten zijn regels opgesteld, zoals bijvoorbeeld het wegvervoer, het vervoer over het water, het luchtvervoer maar ook het vervoer over het spoort.
Boek 9: Het intellectuele eigendom
Regels wat betreft het intellectuele eigendom zijn opgenomen in BW 9. Boek 9 van het Burgerlijk Wetboek bestaat momenteel nog niet. De bepalingen voor het intellectuele eigendom zijn nog opgenomen in individuele wetten of is het internationaal geregeld. Het is tot op heden niet bekend of boek 9 er daadwerkelijk gaat komen.
Boek 10: het internationaal privaatrecht
In BW 10 staan bepalingen over het internationaal privaatrecht. Dit boek wijkt af van de andere boeken in het Burgerlijk Wetboek. Boek 10 regelt hoe men in Nederland omgaat wanneer er een tegenstelling is tussen toepasbare wettelijke regels op internationale overeenkomsten tussen ondernemingen of burgers. De eerste bepaling in Burgerlijk Wetboek 10 bepaalt dat men pas naar dit boek kijkt, indien er geen geldige verdragen zijn.
Het Burgerlijk Wetboek: de conclusie
Het Burgerlijk Wetboek is een bijzonder complex geheel van wetten, bestaande uit duizenden artikelen, allemaal onderverdeeld in diverse leden en subleden. Het is dan ook een ingewikkeld stuk literatuur voor iemand die niet bekend is met wetgeving. Wanneer iemand denkt gevonden te hebben wat relevant is voor zijn situatie, ziet hij waarschijnlijke belangrijke uitzonderingen uit het Burgerlijk Wetboek over het hoofd. Volgens de grondwet dient iedereen de wet te kennen, maar met ingewikkelde stukken wetgeving zoals het Burgerlijk Wetboek is dit natuurlijk onhaalbaar. Om zo goed mogelijk mogelijke conflicten of opgekomen vragen op te lossen, is het raadzaam om een van onze juristen of advocaten om hulp te vragen, zodat je zeker weet dat jouw situatie op de juiste wijze opgelost wordt.